In de Brainwash podcast van Human interviewen afwisselend Floortje Smit en Johan Fretz denkers en makers aan de hand van muziek. Welke nummers zijn vormend geweest voor hun denken? Raoul sprak in de zomer met Floortje Smit over toeval, Madonna, liefde, de kracht van verhalen en zijn nieuwe boek Jaguarman. Met muziek van Azealia Banks, Sergej Prokofjev en Black Harmony.
Experimentje: in drie sessies lees ik ‘De Grootsheid van het al’ voor, van begin tot eind. In een knus theatertje in Rotterdam. De sessies worden opgenomen voor het luisterboek. Alle mensen die mijn boek meenemen krijgen 1 Euro korting en gratis een kopje of koffie of thee. Het zou fantastisch zijn jullie daar te zien. Komen jullie?
sessie 1: zondag 13 november: Rotterdam-Antwerpen
sessie 2: zondag 27 november: Antwerpen – Reims
meer informatie en reserveringen:
http://www.studiodebakkerij.
Drie jaar geleden fietste ik in de Geheime Orde van Puck Aix en Provence in, ging zitten op een bankje en schreef dit:
Afgelopen week was ik er weer, toevallig, samen met Gianluca. Gianluca moest er werken, zijn baas betaalde een appartement voor ons, twee treintickets en een taxi vanaf het station.
Toen drie jaar geleden, had het me duizend kilometer, blaren, bloed, zweet en tranen gekost om hier te komen. Nu was ik er in een flits. Mijn lichaam was er, mijn hoofd bleef nog even achter in Parijs. Het was alsof ik naar een film keek.
De volgende ochtend liep ik door het centrum en kwam langs het bankje waarop ik toen had gezeten. Aix en Provence was het symbool geweest van de wereld waarnaar ik straks weer zou terugkeren, en inderdaad: nu drie jaar later leef ik er weer in.
Ik zag mezelf daar zitten op het bankje. En wist dat ik nu een van de mensen had kunnen zijn die ik toen had bestudeerd.
‘s Middags gingen we wandelen, Gianluca en ik. Net als toen: gewoon vanuit het centrum, net zo lang door tot we de stad uit waren. Ik herkende de bergen, de bomen. En langzaam kwam alles weer terug: http://www.nrc.nl/padvinder/2012/11/30/1041/.
Soms is het zo raar, zo onwerkelijk dat ik drie jaar geleden op de bonnefooi naar Marseille ben gelopen (en gefietst). Ik weet het wel, dat dat gebeurt is, maar voel niet elke dag wat dat betekende. Nu wel, even helemaal, in volle glorie.
We luisterden naar de vogeltjes, de wind, lachten naar de mensen die we passeerden en deden een dutje onder een boom waarvan de hangende takken leken op het pootje van Puck. ‘Hallo meneer de boom,’ zei ik.
En snapte weer waarom ‘de grootsheid van het al’ de titel werd van mijn boek.
TOEN: