Boekjes! Voor jullie, van ons. Deze week het mijne, een voorproefje op Tigri.  Op 6 december wordt het uitgedeeld, om 15.30 uur op Station Amsterdam Zuid, Station Haarlem, Station Hoofddorp en Station Leiden.

Geen boekje te pakken gekregen? Geen nood! Bekijk de PDF versie hier: Zorg_En_Zekerheid_Six_Minute_Stories.

 

 

 

deslimstemens

Wereld! Mondo! Cyberspace! Gelukkig nieuwjaar etc etc etc maar vooral: VANAVOND 2 januari: Licht! Camera! Glamour! Slimme Mensen! Ik. Glorie! Glorie! Glorie! Om 20.30 op onze nationale Nederlandse tv (schrijf ik allemaal vanuit een onverwarmde Italiaanse berghut tussen de bossen en Italiaanse plattelandsbewoners die precies het soort relativiteit bieden waar ik vandaag nou even niet op wacht) (om mijn goede vriend Mamou te quoten: “They’re so jealous!” -I wish)

Goed, waar te beginnen? Misschien bij Yvonne, de lieve jongedame die mijn website onderhoudt. CONTENT moest er op die website, zei ze. Niet alleen plaatjes van mij in blaadjes enzo. Dus laat ik iets vertellen over wat ik nu lees. The Langston Hughes Reader, met the selected writings van Langston Hughes, een van mijn nieuwe helden.
Zijn boek werd afgeleverd bij een Albert Heijn bij mij in de buurt. Het pakje was per ongeluk al opengemaakt door een klant voor mij. Dus kreeg ik het mee met een gratis bosje bloemen. Witte rozen, van Langston.
 LangstonHughes
Het kwam allemaal zo:
Zoals u misschien wel weet (of niet) ben ik nu bezig aan een boek over mijn Surinaamse roots. Tot ik begon aan dit project wist ik net zo veel over Suriname als de gemiddelde Nederlander, weinig en dan vooral wat niet leuk, is: Desi Bouterse, de decembermoorden, de slavernij. Aangezien ik zelf een halve Surinamer ben, wilde ik ik niet weten wat er niet leuk is aan Suriname, ik wilde weten wat er wél leuk is. Uit welk universum ik als halve Surinamer mag putten. En wat mijn Nederlandse kant van mijn Surinaamse kant zou kunnen leren.
Mijn vader vertelde dat een van mijn Surinaamse voorvaderen een medicijnman was die zichzelf kon veranderen in een tigri. Met krachten van de duivel, zei hij, want die overgrootvader was volgens hem iets dat ik moest vrezen. Maar in Suriname begreep ik: de tigri is juist een mooi symbool voor wat ik zocht.
De tigri is de jaguar. De jaguar is de koning van de jungle. De jungle is de wildernis. En de wildernis was de grootste vijand van de Nederlanders in Suriname (en misschien sowieso van Nederland in het algemeen).
De tigri zegt iets over de kracht van de verliezer, de mensen die de slavernij hebben overleefd. Iets dat ze niet tot slachtoffers maakt, maar tot helden. De Nederlander zegt bijvoorbeeld: Surinamers komen altijd te laat. De tigri zegt: alles wat je nú om je heen ziet en ervaart is magisch is goddelijk. De Nederland zegt: het leven is om te werken. De tigri zegt: het leven is om te leven, dutjes zijn ook belangrijk. De Nederlander zegt: de wereld bestaat uit winnaars en verliezers, zorg dat je wint. De tigri zegt: is winnen werkelijk winnen als het op deze manier gebeurt?
Het is niet voor niets dat we de stem van de tigri  zo weinig horen. De geschiedenis wordt geschreven door de winnaars, niet waar? De tigri heeft wel degelijk gesproken, óók in Suriname. Begrijp je, als je zoekt. En dat is het mooie, uiteindelijk overstijgt de tigri zwart en wit, Nederland en Suriname.
En zo kwam ik (onder andere!) bij Langston Hughes, een van de eerste bekende zwarte Amerikaanse schrijvers. Een rode neger, zoals Surinamers hem zouden omschrijven, half zwart, half wit, net als ik. Hij schreef tegelijk met Hemingway en Salinger en Fitzgerald en al die anderen die we wél op school hebben gelezen. En hij is minstens even goed.
Zijn bekendste gedicht schreef hij op zijn negentiende, in de trein, op weg naar zijn vader, The Negro Speaks of Rivers:
 
Ive known rivers: 

I’ve known rivers ancient as the world and older than the flow of human blood in human veins. 

My soul has grown deep like the rivers. 

I bathed in the Euphrates when dawns were young. 
I built my hut near the Congo and it lulled me to sleep. 
I looked upon the Nile and raised the pyramids above it. 
I heard the singing of the Mississippi when Abe Lincoln went down to New Orleans, and I’ve seen its muddy bosom turn all golden in the sunset. 

I’ve known rivers: 
Ancient, dusky rivers. 

My soul has grown deep like the rivers
 reader

Nog een laatste wondertje dan. Ik zat  in de trein toen ik dit gedicht las en ik zat in de trein omdat ik in Parijs een expositie ging bezoeken over medicijnmannen in Zuid-Amerika. In die expositie toonden ze een beeldje van een sjamaan die zichzelf veranderde in een jaguar. En in de zaal ernaast was een expositie over de eerste editie van le Festival Mondial des Arts Négres, in 1966 in Dakar.

Het eerste wat ik zag was een filmpje van een man die over het strand loopt, terwijl de voice-over een gedicht voorleest. De man was Langston Hughes. En het gedicht was The Negro Speaks of Rivers.

Dat fragment heb ik niet op youtube kunnen vinden. Wel het stukje dat meteen daarna komt. Je ziet Langston nog even (met brilletje), samen met Duke Ellington, gebogen over een lichtbak.

‘What is my name?’ vraagt de voiceover. En wij weten het antwoord!