MOOIS #546 21-09-16 from Moois on Vimeo.
Nu ben ik nog even op vakantie, maar in september ben ik…
– op 21 september om 8.30 aan het voorlezen in de bibliotheek van Dordrecht
– op 22 september tussen 13.00 uur en 16.30 aan het voorlezen in de bibliotheek van Dordrecht
– op 24 september aan het voorlezen (het gaat maar door!) om 16.00-16.10 en 17.00-17.10 op het Djemaa el Fna festival in Rotterdam (http://www.facebook.com/events/531168283749864/)
– op 30 september aan het optreden op de Jonge Schrijversavond 2016 (de laatste!!) (http://stadsschouwburgamsterdam.nl/voorstellingen/10934-jonge-schrijversavond)
De nieuwe L’HOMO ligt in de schappen! Jan Versteegh en Tim Hoffman betasten elkaar. En ik ben het snoepje van de maand.
Het interview deed ik door de telefoon, de muggen van me afslaand, tussen de jungleplanten, in Suriname. De fotoshoot was in Amsterdam. Na elke klik riep de fotografe Carmen Kemmink: Super! Fantastisch! Geil! Ergens halverwege ging ik er in geloven en zie hier, het resultaat. Ik dacht dat ik als leuke man heel boos zou moeten kijken, maar ik mocht gewoon lachen. Ik heb me nog wekenlang een leuke man gevoeld en aan het einde van de dag kreeg ik een doosje mee naar huis, met chocolade en een kaartje van De Linda met ‘bedankt’.
Praat liever
De locatie was een soort chique tent aan een chic meer met bijna naakte, knappe jongemannen die hapjes en drankjes rondbrachten. Ik was aanwezig bij de uitreiking van de nieuwe L’Homo (het homotijdschrift van Linda de Mol dat eens per jaar uitkomt), waarvoor BNN’ers Jan Versteegh en Tim Hofman (beiden hetero) bloot in zee staan, terwijl Jan Tims bil vasthoudt en zijn andere arm weggephotoshopt is.
Waarom zetten ze weer twee hetero’s op de cover, verzuchtten sommige aanwezigen. Ze zijn wel knap, zeiden anderen. Voor het goede doel, zal Linda gedacht hebben: misschien zijn er ergens in Nederland een paar 16-jarige homofoobjes, die Jan en Tim van Spuiten en Slikken cool vinden, na deze foto ietsjepietsje minder homofoob.
Er was goed nieuws, zegt Linda de Mol in haar speech: meer homo-acceptatie dan ooit tevoren. Meer goed nieuws: homohuwelijken houden langer stand dan heterohuwelijken, volgens het CBS. Er was ook slecht nieuws: Omar Mateen schoot uit haat 49 mensen dood in een homoclub in Orlando. De aanwezigen vallen even stil. Volgend jaar wil ze iemand van de koninklijke familie op de cover, zegt ze ook. Op de cover van het Britse homoblad Attitude staat deze maand namelijk Prins William.
In het tijdschrift staan zes portretten van homoseksuele vluchtelingen uit Syrië en Irak, die behalve voor oorlog ook zijn gevlucht voor homohaat in hun land, en hier in Nederland via LHBT-stichtingen een veilig adres hebben gevonden, of een rottijd in een AZC hebben meegemaakt. ‘De leuke man’ Raoul de Jong op pagina 39 is een vriend van mij en de reden dat ik hier ben.
Na Orlando schreef hij op Facebook dat hij geen zin had om nu mensen te gaan haten of om bang te worden. Dat nare dingen gebeuren op voorpagina’s van kranten, maar dat in het echte leven de meeste mensen aardig zijn, het universum best goed en de wereld toch nog steeds een wonder. Hier in het zonnetje, bij het chique meer onder de chique tent, zegt hij het weer: ‘We kunnen beter praten met elkaar, niet schreeuwen.’ Het is een cliché, en tegelijkertijd misschien wel de enige oplossing. Voor alles.
JUNI 2016:
- Sta ik als ‘leuke man’ in de l’homo! (27 juni 2016)
JULI 2016:
Het is inmiddels vier jaar geleden dat ik de voordeur van mijn huis in Rotterdam achter me dichttrok om naar mijn moeder in Marseille te lopen. In een opwelling, zonder voorbereiding, als padvinder in de Geheime Orde van Puck, mijn overleden hond. Het voelde toen alsof ik begon aan de grootste vergissing van mijn leven, maar vier jaar later weet ik dat het een van de meest verstandige dingen is die ik ooit heb gedaan.
Ik ben nog steeds verbaasd door de mooie dingen die door die reis op mijn pad zijn gekomen. Tijdens mijn reis en daarna. Want mijn reis werd een boek en bijna maandelijks krijg ik prachtige mailtjes van mensen die mijn boek hebben gelezen. Mailtjes waardoor ik zelf weer wordt herinnerd aan wat ik in dat boek vertel (of eigenlijk: wat alle mensen die ik onderweg tegen kwam mij vertelden).
Een aantal lezers van het boek zijn door het boek hun eigen pelgrimstocht gaan fietsen of lopen. En een aantal van hen heb ik ontmoet voor ze vertrokken, zodat ik hen een eigen Geheime Orde van Puck patch kon geven.
En zo is Puckje, aan wie ik tijdens zijn begrafenis beloofde dat ik zou reizen uit zijn naam, nooit meer met reizen gestopt.
Een van de lezers die me mailde was Ron Krommené. Een 27 jarige jongen uit Cappele aan den Ijssel. Ik ontmoette hem in oktober, de dag voordat hij de deur van het huis waarin hij werd geboren achter zich zou trekken om naar Barcelona te lopen.
In de huiskamer keken we naar zijn wandelschoenen en zijn rugzak: drie keer zo groot als de rugzak waarmee ik naar Marseille liep. Hij had wél getraind, een beetje. En tot Antwerpen had hij slaapplaatsen. Over de Pyreneeën wilde hij nog niet denken. Over de rest eigenlijk ook niet.
Ron tilde zijn rugzak op zijn rug. Ik spelde hem zijn Geheime Orde van Puck badge op zijn borst. De zon begon te schijnen en Ron lachte: ‘Ik kan niet wachten tot het morgen is.’
Inmiddels zijn we zeven maanden verder en gister zette hij dit op Facebook:
‘This guy made it all the way with me to Porto.’
Hij gaat voorlopig geloof ik nog niet stoppen. Lees hier zijn avonturen! ronopreis.com.
I’ve known rivers ancient as the world and older than the flow of human blood in human veins.
My soul has grown deep like the rivers.
I bathed in the Euphrates when dawns were young.
I built my hut near the Congo and it lulled me to sleep.
I looked upon the Nile and raised the pyramids above it.
I heard the singing of the Mississippi when Abe Lincoln went down to New Orleans, and I’ve seen its muddy bosom turn all golden in the sunset.
I’ve known rivers:
Ancient, dusky rivers.
My soul has grown deep like the rivers
Nog een laatste wondertje dan. Ik zat in de trein toen ik dit gedicht las en ik zat in de trein omdat ik in Parijs een expositie ging bezoeken over medicijnmannen in Zuid-Amerika. In die expositie toonden ze een beeldje van een sjamaan die zichzelf veranderde in een jaguar. En in de zaal ernaast was een expositie over de eerste editie van le Festival Mondial des Arts Négres, in 1966 in Dakar.
Het eerste wat ik zag was een filmpje van een man die over het strand loopt, terwijl de voice-over een gedicht voorleest. De man was Langston Hughes. En het gedicht was The Negro Speaks of Rivers.
Dat fragment heb ik niet op youtube kunnen vinden. Wel het stukje dat meteen daarna komt. Je ziet Langston nog even (met brilletje), samen met Duke Ellington, gebogen over een lichtbak.
‘What is my name?’ vraagt de voiceover. En wij weten het antwoord!
Altijd lastig en stom, rip-dingen op Facebook of websites. Maar hier staat hij, na een wandelingetje dat we samen maakten door een grijs en deprimerend Den Haag. En ja natuurlijk wilde hij, grote boekenman, nog wel even op de foto in mijn Orde van Puck. Saluerend en alles. Hij zei me dat ik minder bescheiden over mijn boek mocht praten, zorgde dat het genomineerd werd voor een prijs en de volgende keer dat we elkaar zagen, in een ruimte vol leuke, belangrijke mensen, kwam hij naast me zitten en vroeg me of dat mocht. We kenden elkaar niet goed, maar hij gaf me altijd het gevoel dat ik meetelde, dat ik goed was zoals ik was. Hij had het ook niet kunnen doen, maar hij deed het wel. Nou ja, dat dus. Ik ben dat niet vergeten. Dankjewel daarvoor en goede reis vriend.
En in april kom ik tweemaal mijn bed uit om mijzelf live te vertonen aan de wereld en te praten over mijn bezigheden en wel hier:
- Op 15 april in Café De Nieuwe Liefde in Amsterdam.
http://denieuweliefde.com/programmas/presentatie-stephan-sanders.563.html
- Op 17 april als HOOFDgast (ja ja) in Frontaal in Worm, Rotterdam (meer informatie volgt).
In de tussentijd lees ik met een kater boeken in bed.
“De lezende schrijver van de VPRO” :
http://www.vpro.nl/boeken/artikelen/specials/series/lezende-schrijver/raoul-de-jong.html
De padvinder is TERUG! En gaat op zoek naar zijn Surinaamse roots. Elke maandag in nrc.next.
Achtentwintig jaar lang was ik de enige bruine telg van een geheel wit gezin. Tot ik op een middag een mailtje kreeg: ‘IK BEN OP ZOEK NAAR MIJN ZOON RAOUL DE JONG ? ? ?’. Mijn Surinaamse vader had God gevonden en zocht naar zijn kinderen. Zeven in totaal, bij vier moeders. Ik ben de oudste, de enige van een Nederlandse vrouw.
“Papa Paramaribo” (12-10-15): http://www.nrc.nl/next/2015/10/12/papa-paramaribo-1545585.
We zitten in het Surinaamse restaurant op de Zeedijk waar we tijdens onze eerste ontmoeting hadden gegeten, mijn vader en ik. Toen was er een man op ons afgestapt, net als ik een halfbloed. Hij was zonder zijn vader opgegroeid, vertelde hij, had hem pas twee weken eerder ontmoet. Op zijn iPhone liet hij een filmpje zien van dat moment, zonder te weten dat wij precies in dat moment zaten. Mijn vader moest huilen, daarna ik, toen de man. Snotterend stonden we op en midden in het restaurant gaven we elkaar brother hugs.
“De stille plantage” (19-10-15): http://blendle.com/i/nrcnext/de-stille-plantage/bnl-nn-20151019-1548775
O god, and then we WON. Not the best dressed man (yet) but Best Rotterdam Book for ‘De Grootsheid van het al’. I hoped we would win, so I could say I wrote this book to say the world we live in is NOT a horrible place. That everyone is kind and sweet and interesting, if you keep your hart open. But I just managed to say ‘Paris’ and started to cry. Like a weird little Michael Jackson. It was okay though. Everyone understood and everyone cried with me. Let’s NOT stop believing the world is a beautiful place. Let’s keep our soft human harts soft and human. Let’s NOT stop trusting and loving and looking for the light. That’s how I was able to reach Marseille, without any protection, or money or a plan. By giving everyone the chance to hurt me. Nobody did. The world is an awesome place. Humanity is an awesome race. There is so much frikking light out there! And it WILL beat out the darkness.