Vier ballen voor de Jaguar in NRC! ‘Een unieke mix van non-fictie en fictie, klassieke queeste, reisverhaal, levensles, gebed en sprookje, literatuur- en geschiedschrijving. De Jong biedt zichzelf en zijn lezers voorgoed een ander, vurig verrijkt beeld van Suriname.’
De geschiedenis van Suriname bestaat niet alleen uit duisternis en slavernij, ook uit hoop en levenskracht. Raoul de Jong zelf is een levend bewijs: zijn voorouders hebben op de een of andere manier overleefd. Met welke krachten deden ze dat? Aan welk wonder dankt hij dit leven?
Op zijn 28ste ontmoet Raoul de Jong zijn Surinaamse vader voor het eerst. Ze praten hetzelfde, bewegen hetzelfde en geloven allebei in wonderen. Raouls vader vertelt hem dat een van hun voorouders een medicijnman was, die zichzelf kon transformeren in een jaguar. Zijn krachten werden doorgegeven van vader op zoon. Raouls vader wil niets met deze krachten te maken hebben, maar Raoul besluit zelf op onderzoek te gaan. In Suriname spreekt hij met archeologen, dansleraren en wintipriesters en maakt hij kennis met Surinaamse schrijvers, denkers en verzetshelden zoals Anton de Kom, Papa Koenders en Bram Behr. Hun stemmen werden tot nu toe vaak doodgezwegen en vergeten. Waarom was dat? En welke wijsheid ging zo verloren? In Jaguarman schrijft Raoul zijn onbekende voorvader aan, en vertelt hem wat hij door de zoektocht naar zijn krachten heeft ontdekt over de geschiedenis van Suriname. Al schrijvend beseft hij wat ieder mens van die geschiedenis zou kunnen leren.
Te koop, online of in de boekwinkel.
Omslagontwerp door WOAU!/Léon Kranenburg.
Foto achterflap door Stephan Vanfleteren.
Een hoop. Voor nu: op 9 maart verschijnt Dagboek van een puber. Op 16 maart is de boekpresentatie: een back to school prom party in de aula van het Erasmiaans Gymnasium, mijn oude middelbare school. Wilt u dat alvast in uw agenda schrijven?
meer informatie en reserveringen:
http://www.studiodebakkerij.
Het is inmiddels vier jaar geleden dat ik de voordeur van mijn huis in Rotterdam achter me dichttrok om naar mijn moeder in Marseille te lopen. In een opwelling, zonder voorbereiding, als padvinder in de Geheime Orde van Puck, mijn overleden hond. Het voelde toen alsof ik begon aan de grootste vergissing van mijn leven, maar vier jaar later weet ik dat het een van de meest verstandige dingen is die ik ooit heb gedaan.
Ik ben nog steeds verbaasd door de mooie dingen die door die reis op mijn pad zijn gekomen. Tijdens mijn reis en daarna. Want mijn reis werd een boek en bijna maandelijks krijg ik prachtige mailtjes van mensen die mijn boek hebben gelezen. Mailtjes waardoor ik zelf weer wordt herinnerd aan wat ik in dat boek vertel (of eigenlijk: wat alle mensen die ik onderweg tegen kwam mij vertelden).
Een aantal lezers van het boek zijn door het boek hun eigen pelgrimstocht gaan fietsen of lopen. En een aantal van hen heb ik ontmoet voor ze vertrokken, zodat ik hen een eigen Geheime Orde van Puck patch kon geven.
En zo is Puckje, aan wie ik tijdens zijn begrafenis beloofde dat ik zou reizen uit zijn naam, nooit meer met reizen gestopt.
Een van de lezers die me mailde was Ron Krommené. Een 27 jarige jongen uit Cappele aan den Ijssel. Ik ontmoette hem in oktober, de dag voordat hij de deur van het huis waarin hij werd geboren achter zich zou trekken om naar Barcelona te lopen.
In de huiskamer keken we naar zijn wandelschoenen en zijn rugzak: drie keer zo groot als de rugzak waarmee ik naar Marseille liep. Hij had wél getraind, een beetje. En tot Antwerpen had hij slaapplaatsen. Over de Pyreneeën wilde hij nog niet denken. Over de rest eigenlijk ook niet.
Ron tilde zijn rugzak op zijn rug. Ik spelde hem zijn Geheime Orde van Puck badge op zijn borst. De zon begon te schijnen en Ron lachte: ‘Ik kan niet wachten tot het morgen is.’
Inmiddels zijn we zeven maanden verder en gister zette hij dit op Facebook:
‘This guy made it all the way with me to Porto.’
Hij gaat voorlopig geloof ik nog niet stoppen. Lees hier zijn avonturen! ronopreis.com.
De Grootsheid van het Al (2013)
‘Een boek om gelukkig van te worden.’ -De Limburger
‘Op een dag zomaar de deur achter je dichttrekken en op pad gaan. Dat klinkt eenvoudig, maar niemand doet het. Niemand, behalve Raoul de Jong.’
-uit het juryrapport van de Bob den Uylprijs
MIRACOLOSO (2008)
Raoul en Gianluca reizen van noord naar zuid door Italië, het vaderland van Gianluca. Vlak voor ze Milaan verlaten, besluiten ze het lot te laten bepalen hoe hun reis verder verloopt. Op het station kopen ze een wonderamulet. Ze kunnen kiezen tussen een amulet van Maria of een van de heilig verklaarde monnik Padre Pio. Welke is beter?
“Ze zijn allebei heel miracoloso,” fluistert een oma met een blond koninginnekapsel op een samenzweerderig toontje, “maar Padre Pio net een beetje meer”.’
IT’S AMAAAZING! (2006)
Het sudderde al een tijdje, maar op de Uitmarkt wist hij het zeker. Na boeken te hebben gesigneerd voor dames die vonden dat hij zo’n leuk smoeltje had, na te zijn geïnterviewd in een zaal met driehonderd mensen door Diederik van Vleuten en na tegen een muurtje te zijn geduwd door iemand die zichzelf betitelde als fotograaf van de literaire wereld, was het geheel duidelijk: Raoul moest hier weg. Zo snel mogelijk. En hij wist precies waarnaartoe: New York. De stad van Andy Warhol, Madonna, Truman Capote, Blondie en Studio 54, de stad waar hij zijn hele leven al over had gedroomd. Niet als vakantieoord, maar om er te wonen. En als hij daar nou een boekje over schrijft, kan hij van het voorschot in elk geval een ticket kopen. Tweeduizend euro kreeg hij van de uitgeverij: na het betalen van zijn boetes en de telefoonrekening was daar precies vijftig dollar van over toen hij in New York aankwam, dertien dollar meer dan Madonna vijfentwintig jaar geleden, toen zij arriveerde. Wat er zou gebeuren wist hij niet, alles kon gebeuren, en dat was juist het mooie. It’s Amaaazing! is een boek over huilen in Central Park, de ratten op First Avenue, hoe en wanneer welke kleren te dragen, bijna naakte gogodansers, all American barbecue’s, gepijpt worden in de taxi, de seksuele geaardheid van Tom Cruise, de p.a. van Candace Bushnell, de armen van Madonna, de wenkbrauwen van Billy Zane, maar toch vooral en boven alles: over de liefde. De liefde, de liefde, de liefde!
Stinknegers (2006)
Raoul (20 jaar) is op reis. Naar Afrika. West-Afrika, om precies te zijn. Helemaal in zijn uppie, uitgerust met laptop en digitale camera. Hij is benieuwd hoe het toegaat in die Derde Wereld en bezoekt diverse ontwikkelingsprojecten in Senegal, Mali, Burkina Faso en Niger. Al op het vliegveld van Dakar gaat het mis: hij wordt ingesloten door vier grote negers en weet op het nippertje een overval te voorkomen. De daaropvolgende dagen wordt het er niet beter op: keihard wordt hij geconfronteerd met een wereld die totaal anders is dan de zijne. In de stukken die hij in Afrika schrijft, laat hij iedere vorm van politieke correctheid varen. Maar gedurende de vier maanden lange reis verandert zijn beeld van Afrika, en verandert ook zijn zelfbeeld: hij verliest zijn vijandigheid en wordt langzamerhand gelukkiger…
Het leven is verschrikkulluk! (2005)
Raoul is geslaagd voor zijn eindexamen en begint aan het jaar dat hij als symbolisch ziet voor de rest van zijn leven. Groots en meeslepend moet het zijn, want dat wordt zijn leven. Maar het loopt anders dan hij dacht. Hij wordt afgewezen voor de filmacademie, zijn moeder zet hem het huis uit, zijn tante kan hem niet langer opvangen, de boetes en aanmaningen stromen binnen. Hoe moet hij dit jaar tot een goed einde brengen?